De 5 basissmaken van wijn
We kennen grofweg 5 basissmaken in wijn. We kennen droge-, halfzoete-, zoete-, zure-, bittere smaken.
Droog ofwel niet zoet
Een andere benaming op het etiket kan zijn, sec, dry of trocken. De droge wijn krijgt zijn smaak doordat alle suikers zijn vergist in alcohol. Soms kunnen dit soort droge wijnen aroma’s hebben van fruit of vanille maar dat betekend dan niet dat de wijn zoet is, het blijft een droge wijn met geuren van zoetigheid.
Half zoet
Op het etiket kom je dan het volgende tegen; halfdroog, lichtzoet, demi-sec, halbtrocken, feinherb. Dit half zoete in de wijn komt doordat niet alle suikers vergist zijn en daardoor een deel rest suikers overblijven in de wijn waardoor deze wijn een beetje zoet smaakt.
Zoet
Op het etiket kun je dan het volgende lezen, moelleux, doux, sweet, suss. Een zoete wijn krijg je wanneer het overgrote deel van de aanwezige suiker niet is vergist in alcohol maar achterblijft als suiker in de wijn.
Zuur
Een wijn kan ook zuurder smaken en dat kan door veel factoren afhangen. Welk druivenras is er gebruikt, de ene is zuurder dan de andere. Ook de herkomst van de wijn, het weer of het oogstjaar kan een belangrijke rol spelen in de zuurgraad van een wijn. In het algemeen kun je stellen hoe hoger het zuurgehalte hoe koeler het klimaat en hoe warmer dan minder zuurgraad.
Bitter
Door de aanwezige tannines in de wijn kan een wijn een meer of mindere bittere smaak geven. Hoe rijper de tannine in de druif is des te minder bitters er in de wijn zitten. De bittere smaak mag niet overheersen anders verliest de wijn zijn balans.